Zaai tips
Tip 1: Lees de achterkant van het zakje
Ongetwijfeld staat er, bij de in de reguliere zaadhandel gekochte zaden, een zaaibeschrijving achterop het zakje. Zo niet, dan vind je vast de zaaibeschrijving op de website van de zaadhandel waar je de zaden hebt gekocht. En houd ook een beetje rekening met die informatie. En eventueel zoek je in boeken, of op internet nog even de mening van een andere zaadhandel. Later leer je vanzelf te spelen met zaaimomenten, etc. maar als beginner houd je bij voorkeur het advies van de kweker aan.
Tip 2: Zaai niet het hele zakje in 1 keer
Oftewel; spreid je kansen. Als er 50 zaden in een zakje zitten, zaai er dan 10 of 15 (of als je maar 1 plant nodig hebt slechts 3 zaden). Mocht er door welke reden dan ook geen kieming (of voortijdig bezwijken van het kiemplantje) plaatsvinden, kun je het nogmaals proberen. Op is op, en dat is erg jammer. Zelf wel eens 2 zaadjes geruild met iemand. Maar uiteindelijk wel 1 van de 2 zaadjes opgekweekt tot een volwassen plant. Hoera!
Ik heb zelf ook wel eens een heel zakje zaden gezaaid - zo'n klein dotje kleine zaden in je hand lijkt niet veel, maar tel ze maar eens. Op die manier heb ik vrij vaak (ben ik hardleers?) met bijvoorbeeld 60 slazaailingen, of 150 preizaailingen, etc. gezeten waar ik niet eens plaats voor had in de moestuin (bovendien is de kans zeer groot dat je ook in 1 of 2 weken later 60 oogstbare kroppen sla hebt, en dan heb je een heel grote familie en kennissenkring nodig om alles nog te verdelen zonder weg te hoeven gooien :-) Op een volkstuin is teveel zaaien nooit een probleem; buren willen vast graag wat zaailingen van je hebben en zo valt er onderling altijd veel te ruilen op een volkstuincomplex.
Nog een kleine tip: zaai niet te diep. Als je een zaadje zo ver onder de grond stopt dat ze niet meer kan bepalen wat de boven- en de onderkant is, en gekiemd en al niet meer boven kan komen, houdt alles op. Zaai zaden niet dieper dan ongeveer 2 keer hun eigen dikte/grootte. Dus een zaadje van 1 milimiter dik hoef je ook maar met slechts 2 milimeter vermiculiet of zand te bedekken. Een zaadje van 1 centimeter dikte kun je gerust anderhalf tot 2 centimeter onder de grond duwen, maar doe dat niet met zaadjes van 1 milimeter dikte! Dek de zaaisels bij voorkeur af met vermiculiet of wat grof zand en geef voorzichtig water tot een zaailing is opgekomen.
Tip 3: Begin bij het begin
Ga nou niet gelijk bginnen met lichtkiemers, onregelmatige kiemers, koudekiemers, etc. Begin gemakkelijk, met soorten die niet al te veel bijzonderheden hebben rond het zaaien. Lastig is dat veel zaadleveranciers je dat niet vertellen :-) Niet handig van ze, want als je zaden koopt die niet kiemen hebben ze je 1 keer zaden verkocht, maar dat doe je waarschijnlijk niet nog een keer. Kwalitatief goede zaadleveranciers geven duidelijk aan wanneer zaden onregelmatig kiemen of koudekiemer of gewoon moeilijk te zaaien zijn.
Kleine tip: begin met eenjarigen, vaak veel makkelijker te zaaien dan vaste planten of heesters, kiemen sneller (omdat ze in 1 jaar moeten kiemen, groeien, zich vermeerderen en sterven). Haastige planten dus die het zich niet kunnen veroorloven al te moeilijk te doen. Doe daar ervaring mee op en probeer daarna eens wat anders.
Tip 4: Beheers je!
Altijd mijn allergrootste fout geweest. Er is begin februari een heerlijke week met mooi weer en een wat hogere temperatuur dan normaal. Kriebel, kriebel, geen zelfbeheersing en voor je het weet loop je met je veel te vroeg gezaaide zaailingen heen en weer van buiten naar binnen en terug bij kans op nachtvorst of een plensbui.
Dat is dan nog niet eens zo erg, maar je kweekt er zwakke ziekelijke planten mee, omdat ze zeer wisselend opgroeien, vaak te donker en te koel, en dan vervolgens in een kamer waar het dan weer te warm is, etc. Deze planten zijn vaak gevoeliger voor ziekten, schimmels, etc. Echt waar, niet doen en wachten tot het juiste moment. Maar ik geef toe, dat valt niet mee. Zelf wel eens met ruim 100 tomatenplanten staan tobben (en lopen verhuizen dus) toen ze in april al 25 centimeter hoog waren, ik ze dus maar naar de kas had gebracht, maar er op de valreep begin mei nog een late nachtvorst kwam, waardoor ik alles weer binnenshuis moest gaan zetten :-)
Tip 5: Calculeer je verliezen in
Heel vaak zijn er zaden die niet kiemen, het is maar zelden dat 100% van de zaden kiemen. Ik zet van elke tomatensoort 2 planten, ik zaai dan 4 zaden. Mochten alle vier de zaden opkomen, dan is dat mooi, want dan kan ik iemand nog 2 zaailingen cadeau doen. De kans is in ieder geval wel erg groot dat bij goede kwaliteit zaden in ieder geval 3 van de 4 zullen kiemen. Maar zaai je maar 2 zaden, en er kiemt 1 zaadje niet - dan zul je naderhand alsnog een 2e zaadje moeten gaan zaaien, labeltje maken, potjes, potgrond - extra werk dat je je had kunnen besparen door in 1 keer voldoende te zaaien.
Zaai je meer eenjarige planten voor, speciaal voor in een mooie pot op je tuintafel, en kiemen er maar 2, dan wordt het zo’n karige pot. Oftewel, wees niet te zuinig, maar natuurlijk ook weer niet te gul (zie tip nummer 2).
Tip 6: Bezuinig niet op materiaal
Zorg dat je de zaden die je wilt zaaien kwaliteit biedt: gebruik geen al eerder gebruikte grond, maar goede nieuwe potgrond. Er is ook speciale zaai- en stekgrond op de markt, behoorlijk prijzig maar als je niet zo heel veel gaat zaaien, wellicht ook een optie. Ik zelf vermeng liever goede kwaliteit potgrond graag met een paar handen brekerzand (een grof soort zand dat de potgrond flink verluchtigt). Vergeet niet om de grotere grove stukken uit de potgrond te verwijderen. Zeven zou handig kunnen zijn, maar vaak is de grond daar dan weer te vochtig voor.
Gebruik goede potjes, mijn voorkeur ligt bij 9 x 9 centimeter hard plastic potjes. Maar het voorzaaien doe ik zelf graag in zaaitrays. Ik heb ze van hard PVC met 4,5 x 4,5 centimeter vakjes en met 2 x 2 centimeter vakjes. Ruimtebesparend, gemakkelijk in het gebruik, duur in aanschaf (de mijne kosten € 10,00 per stuk) maar wel een lange levensduur, en overzichtelijk. Let wel op dat je de zaailingen op tijd verspeent omdat ze in de zaaitrays niet veel ruimte krijgen om wortels te maken. Ik heb mijn zaaitrays jaren geleden bij Het Vlaams Zaadhuis gekocht, maar wellicht dat er in Nederland nu ook goede zaaitrays te koop zijn.
Om de zaden af te dekken gebruik ik zelf vermiculiet. Dat is heel licht, laat daardoor ook licht en lucht door. Je kunt bijvoorbeeld ook brekerzand gebruiken in een dun laagje. Ook dit laat wat lucht en licht door. Gebruik geen fijn zand als afdekking; hetheeft de neiging groen te worden en een harde laag te vormen als de zaden wat langer over het kiemen doen. En potgrond is binnen de kortste keren bedekt met mos.
Ervaring leert wat je zelf het prettigst vindt. Probeer eens wat uit en bepaal dan wat je zelf het prettigst vindt werken.
Op de foto links zie je een vakje in een zaaitray, ik heb er 1 zaadje in gezaaid maar dat kun je niet zien. Afgedekt met wat vermiculiet (laat licht en lucht door en is 'vederlicht'). Het labeltje is geknipt van een oude kunststof lamel en het stickertje erop is gemaakt in een labelwriter en blijft zeker 1 tot 2 jaar zitten, ook in brandende zon, regen, wind, etc.
Mocht je interesse hebben in vermiculiet; het is tegenwoordig in de meeste grotere tuincentra wel te koop, maar in kleine verpakkingen en altijd erg prijzig. Vermiculiet is een natuurlijk product; het kan enorm veel hitte verdragen en wordt om die reden vaak gebruikt bij het maken van schoorstenen. Loop dus vooral eens bij een 'kachelwinkel' binnen en vraag er eens naar. Zij weten vaak direct wat je bedoelt.
Let op; er zijn groveren en fijnere vermiculietsamenstellingen, de fijnere soort is het prettigst voor het gebruik bij zaaien. Ik zelf heb een jaar of 3 geleden bij een kachelwinkel een zak Vermiculiet van 70 liter gekocht, ik meen voor iets van euro 25,=, en die is voorlopig nog niet leeg. Die heel grote zak kon ik trouwens met 1 hand gemakkelijk optillen en met 1 hand naar de zolder brengen, zo licht weegt het. Het heeft dan ook maar 1 nadeel; het is zo licht dat het bij buiten zaaien weg kan waaien. Ik gebruik het alleen bij voorzaaien in huis en in de kas.
Tip 7: Labelen
Als je 1 of 2 soorten tomaten wilt kweken ga je nog wel onthouden wat wat is, maar ik ben zelf niets meer zonder mijn labels, deels door het grote aantal soorten groenten en bloemen, maar wellicht ook een beetje door de alsmaar voortschrijdende leeftijd :-)
Ik schrijf alleen de naam in Latijn erop, dan weet ik wel wat wat is, maar je kunt eventueel ook nog hoogte of kleur erop proberen te krabbelen. Wat je erop kunt krabbelen hangt veel af van de naam: Salvia regeliana gaat makkelijker dan Matthiola incana Cinderella Antique Pink, maar ik kort ook graag af naar voor mij begrijpelijke termen.
Er zijn bij diverse tuincentra/zaadhandels uiteraard labels te koop, vaak behoorlijk prijzig en niet altijd even langlevend (die plastic dingen in ieder geval niet). Zelf kijk ik bij de plaatselijke Gemeentewerf (vuilstort), als ik er toch moet zijn, altijd even of er wat weggegooide verticale lamellen liggen. Die sop ik netjes schoon en knip ze in horizontale repen. Enorm veel plantlabels van goede kwaliteit!
Beschrijf ze vervolgens niet met een gewone vilstift, want kun je binnen de kortste keren niet meer lezen wat er staat (eigenlijk staat er ook niets meer). Ik zweer de laatste jaren bij de CD/DVD-writers, watervaste dunschrijvende stiften die op een label precies een heel seizoen goed te lezen zijn. Daarna kun je de labels met ouderwets sop en borstel schoonboenen en zijn ze het jaar daarop ook weer te gebruiken (en je kunt ze natuurlijk aan beide kanten beschrijven, ook handig).
Een paar jaar geleden heb ik een Labelwriter gehad, daarmee typ en print ik stckertjes uit die ik dan op de plastic labels plak. Gaan ook ruim een jaar mee (mits je zorgt dat de labels goed schoon droog en vetvrij zijn). Tot slot hoor ik wel van mensen dat ze een lamineerapparaat hebben; labels printen ze op de computer en vervolgens plastificeren ze die in het lamineerapparaat - schijnt ook heel handig te zijn (mits je zorgt dat het labeltje goed omringd wordt door plastic anders kan alles nat worden en wordt het toch ook nog onleesbaar).
Tip 8: Koop wat je wilt maar niet te veel
Het is erg leuk als je, bijvoorbeeld tijdens vakantie, voor een zacht prijsje leuke zaden kunt kopen. Kijk vooral eerst naar de houdbaarheid van de zaden, het is mij al eerder gebeurd dat ik me door zoÂ’n leuke aanbieding liet verleiden maar vervolgens nooit een plantje kon kweken omdat de zaden al bijna verjaard waren.
En koop niet te veel zakjes tegelijk. Want alle zaden hebben een beperkt kiemvermogen. Voor veel bloemen en groenten ligt die kiemkracht nog wel ergens tussen de 3 en 6 jaar, maar bijvoorbeeld uien en prei zijn slechts 1 jaar kiemkrachtig. Het jaar daarop zal nog niet de helft van de zaden kiemen.
Overigens heeft het kiemvermogen ook veel te maken met de manier waarop zaden zijn verpakt en onder welke omstandigheden bewaard. Ik ben zelf wel eens een zakje zaden vergeten mee naar huis te nemen. neem van mij aan dat zaden die in een open zakje 3 maanden lang in een kas liggen (waar het Â’s zomers in de volle zon heel gemakkelijk 50 graden wordt), gewoon weggegooid kunnen worden.
Tip 9: Maak een planning
Niet geschikt voor mensen die 2 of 3 soorten willen zaaien. Maar ik zelf gebruik de wintermaanden om alvast uit te zoeken wat ik in het voorjaar wil zaaien. Lekker neuzen in de tomatensoorten; welke kleuren, vormen en smaken, etc. Welke eenjarigen, welke vaste planten moeten nog gezaaid worden, welke klimmers, paprika’s, bonen, etc. Wat ga ik in die nieuwe pot op de tuintafel zetten? En wanneer moet dat ook alweer gezaaid worden?.
Voor je het vergeet ben je te laat om de aardappelen te poten, of ben je de knoflook vergeten, of heb je een lege pot op je terras die bedoeld was voor een speciaal soort, maar je bent te laat. Ik gebruik graag een agenda om de soorten die ik wil zaaien op te schrijven. In dit geval de Kosmosagenda :-) Zit in mijn 'tuintas' en heb ik dus altijd bij me wanneer nodig. Ik krabbel er trouwens nog wel vaak wat dingen in - niet alleen wat ik wanneer wil zaaien, maar ook wanneer iets niet wilde kiemen, wanneer ik de appelboom mag snoeien, etc. Handig.
En hier links zie je mijn manier om zaden te bewaren. De gelabelde zakjes doe ik in een systeem dat ook gebruikt wordt voor schroefjes en spijkers en zo.
Kun je je voorstellen dat er meer dan 400 soorten tomaten in dit opbergsysteem zitten? En dan nog eens ruim 40 soorten aubergines, paprika's en pepers. En ze neemt niet meer dan 40 x 30 x 20 centimeter in beslag. En een stuk overzichtelijker dan een volgestorte schoenendoos.
Tip 10: Zaai matig in aantal
Ik zaai bij voorkeur 1 a 3 zaadjes per potje. Het is een beetje priegelen, maar later heb je er dubbel plezier van. Je ene plantje groeit beter omdat het meer lucht, licht en ruimte heeft. Zaailingen die met 20 of 30 tegelijk in potje staan, heb je weinig aan. Ze krijgen niet voldoende ruimte om allemaal een goed wortelgestel te ontwikkelen, zitten tegen elkaar aangeplakt, wat schimmelvorming, etc. bevordert. En vaak groeien ze met zo’n allen stakerig en sprieterig recht omhoog, vechtend met elkaar om het plekje met het meeste licht. Oftewel; een beetje extra aandacht en tijd bij het voorzichtig zaaien van slechts enkele zaden betaalt zich later terug door beter opgroeiende zaailingen.
Tip 11: Verspeen voorzichtig
Eerlijk gezegd, ik hou niet van verspenen. Ik vind het allemaal zo dubbel werk. En een hoop gepriegel (en dat is niet erg maar bij Tip 10 heb je ook al zitten priegelen).
Eigenlijk verstaan we onder verspenen meestal het gepeuter met een mesje of lepeltje in een bakje met zaailingen om heel voorzichtig babyplantjes met 4 blaadjes en slechts 3 miniworteltjes van elkaar af te friemelen en proberen op te potten in een wat grotere potje. Niks voor mij; ik vind dat je heel snel zaailingen beschadigt, dat ze daarna behoorlijk lang tijd ndig hebben om zich van dat verspenen te herstellen.
Maar verspenen is toch ook gewoon de methode waarbij je slechts 1 tot 3 zaden per potje zaait. En dat is mijn favoriete manier. Want dan is er ruimte genoeg in het potje om te groeien. Van de 2 of 3 opgekomen zaailingen, knip ik met een nagelschaartje uiteindelijk de andere zaailing(en) weg tot ik een mooiste, gezondste zaailing over heb. Mocht het potje wat te klein zijn geworden (zoals bijvoorbeeld in de zaaitrays) pot ik ze over in wat grotere potjes met verse potgrond. Minder risicovol, de plantjes zijn vaak al groter, sterker en beter beworteld als je ze “overpot”.
Ik vind dit duidelijk de prettigste manier, maar laat je er niet van weerhouden zelf het verspenen op allebei de manieren eens te proberen.
Wil je het eens op de eerstgenoemde manier proberen: dan kan ik adviseren dun te zaaien in een bak met voldoende diepte en een goede waterafvoer. Verspeen met behulp van een mesje, en zorg dat je de met aarde gevulde potjes en wat water alvast klaar hebt staan om zaailingen niet langer dan noodzakelijk te laten liggen zonder aarde en vocht. Verspeen vooral ook op tijd, als alle zaailingen al veel wortels hebben gemaakt zul je die wortels weer moeten beschadigen om de zaailingen van elkaar te scheiden. Maar ook weer niet te vroeg, want dan hebben ze bijna nog geen wortels. Lastig dus, dat verspenen :-)
Tip 12: Geef genoeg water maar niet teveel
Bij te weinig water bestaat de kans dat de zaailingen even helemaal zonder vocht zitten en pardoes de geest geven, zulke jonge tere plantjes hebben nou eenmaal nog vrij vaak maar dan wel kleine beetjes vocht nodig (net als mensenbabyÂ’s die elke 3 uur een flesje nodig hebben).
Als je babyplantjes echter te veel water geeft zullen ze het ook begeven; vaak door dan ontstane schimmels of rotting van de worteltjes. Dus de kunst is: geef water, matig maar voldoende en laat vooral de zaailingen niet uitdrogen maar ook niet in kletsnatte grond staan.
Klinkt heel simpel maar uit ervaring kan ik je vertellen dat het betekent dat je vaak moet controleren of de zaailingen alweer water nodig hebben. En de aarde kan niet zo snel kletsnat worden wanneer je door de potgrond weer wat grof zand hebt gemengd. Terwijl ik bij fijn zand juist het idee heb dat zich het een soort “plaat” vormt waar slecht water door afgevoerd wordt en wat hard wordt wanneer het uitdroogt.
Zelf meng ik om die reden een paar flinke handen brekerzand door een zak potgrond. Brekerzand is een grofkorrelige zandsoort, in elk tuincentrum te koop maar vaak ook in bouwmarkten, voor slechts 2 of 3 euro voor een flinke zak. Het zorgt voor een goedee afwatering (mits je uiteraard wel afvoergaatjes hebt of hebt gemaakt in je potten!!).
Tip 13: Houd de zaailingen op de juiste standplaats
Ook ik heb niet zo veel ruimte in huis. Maar zaailingen die op de grond onder een vensterbank staan zullen die niet gezond groot worden. Zaailingen hebben net als mensen lucht en licht nodig (en voeding en vocht, maar voeding zit er in ieder geval voor een week of 7 voldoende in de potgrond en vocht hebben we het bij Tip 12 al over gehad).
Wel eens vragen van tuinburen gehad of het normaal was dat hun zelfgezaaide boerenkoolplantjes op van die rare hoge steeltjes stonden. Een foto van dat soort zaailingen zie je hier rechts. Nee, dat is niet gewoon, te donker gestaan, of te warm of een combinatie daarvan. Niet zo raar; plantjes die niet genoeg licht krijgen gaan omhoog, op zoek naar licht. Zet zaailingen dus altijd in een zo licht maar relatief koele (niet koude!) ruimte, bij voorkeur voor het raam (oh wat heerlijk om een kas te hebben waar vanaf 5 kanten licht komt). Maar dan vooral in het begin niet in de volle zon, en dus zeker ook niet al te warm - want dat geeft de zaailingen een groeispurt maar aangezien er niet genoeg licht is krijg je hetzelfde effect. Probeer altijd een goede balans te vinden tussen de warmte in de kamer waar je zaait en de hoeveelheid licht die daar binnen komt.
Een plaatsje in een vensterbank van een lichtverwarmde slaapkamer is het meest ideaal. Al het andere is eigenlijk een beetje behelpen. Dus het blijft een beetje improviseren om de jonge plantjes de beste standplaats te geven. Het hangt ook veel af van wat je zaait: pepers hebben bijvoorbeeld veel hogere temperaturen nodig dan bijvoorbeeld koolsoorten. En ook bij de bloemen zijn er soorten die graag een temperatuur hebben van 22 graden en soorten die 15 graden al meer dan voldoende vinden om bij te kiemen.
Bedenk ook bij het zaaien dat het niet alleen om de hoeveelheid licht gaat, dus de plaats het dichtst bij de het raam, maar ook om het aantal uren licht. We zaaien niet voor niets leiever niet in de donkerste maanden van het jaar; het aantal uren dat er op een dag licht is is veel kleiner dan wanneer je nog even wacht. Zelf zaai ik eigenlijk nieet meer voor ahlf januari; dan begin je duidelijk te merken dat de dagen weer wat langer gaan worden.
En sommige soorten moeten wel vroeg gezaaid worden omdat ze nu eenmaal een lang groeiseizoen nodig hebben, zoals uien, prei, etc., maar in huis bijvoorbeeld ook pepers en paprika's; soms is het een beetje kiezen tussen 'zaai ik nu of wacht ik nog een weekje'. Voor half januari zaai ik tegenwoordig echter nooit meer, ik wacht liever tot er in ieder geval minimaal van half negen in de ochtend tot half zes in de avond daglicht is :-)
Tip 14 Plant plantjes niet te vroeg uit.
Van mijn familie al vroeg geleerd wat IJsheiligen is en wat het voor tuinmensen betekent; plant je niet-winterharde plantjes niet uit voor 12-13 mei. Onofficieel is dat de laatste dag dat er vorst zou kunnen zijn. Dus het komt niet op een dag aan maar het is wel een mooie leidraad. Bij ons gaat op die datum nog net de vlag niet uit, maar het scheelt weinig :-)
Soms zie je mensen begin april al Vlijtige Liesjes uitplanten in de tuin, bij de eerste warme zonnestralen. Gedoemd te mislukken. Want alles heeft een tijd van komen en voor Liesjes ligt die tijd nou eenmaal niet in april..........1 nachtvorstje en je bent ze kwijt!
Maar ook met winterharde vaste planten moet je nog wel een beetje oppassen, hoewel het me ondertussen wel duidelijk is dat jonge plantjes oersterk zijn en beter tegen vorst kunnen dan wij denken. Maar het gaat vaak om de overgang; binnen warm opgekweekt en dan zo de ijskoude grond in, klinkt niet goed. De oplossing: afharden van de planten:
Probeer de warm opgekweekte planten steeds meer aan de nog steeds koude buitentemperatuur te wennen door ze eerst overdag in het zonnetje buiten te zetten en ’s nachts weer binnen te halen. Ideaal is een kasje of platte bak die je als tussenstation voor je jonge planten kunt gebruiken. Zelf brengen we onze zaailingen als tussenstation eerst naar de kas en een week of 3 daana mogen ze dan echt buiten de volle grond in. Maar als je daarover niet beschikt dichtbij je huis in de zon zetten, een beetje beschut tegen weer en wind. En bij vorst toch maar weer een nachtje naar binnen. Zo kunnen ze langzaam wennen aan “de buitenwereld”.
Tip 15 Vertroetel ze, maar niet te veel!
Nou, en als dan eindelijk de plantjes zo groot en sterk zijn dat ze de grond in mogen, of als het weer het eindelijk toelaat, plant ze dan goed. Niet met kunstmest of andere rommel, gewoon een plantgat graven, beetje potgrond erin voor de eerste voedselbehoefte als de wortels zelf nog niet op zoek kunnen gaan.
Geen bemeste tuinaarde; kans is groot dat je de wortels van de plant ermee “verbrandt”, bemeste tuinaarde is nogal scherp spul. Dus een gaatje, een schepje potgrond erin, het plantje erin, beetje tuingrond erbij en goed aandrukken. En tot slot een slok water, kunnen ze lekker “vastgroeien”. Tot dusver niet zo moeilijk. Eigenlijk het makkelijkste van allemaal.
Tip 16 Hou ze in de gaten!
Heb je ze zo netje opgekweekt en uiteindelijk geplant, en nu ben je een week lang vergeten ze water te geven, en het heeft niet geregend, dan ben je ze kwijt. Oftewel, houd ze in de gaten!! Of er wel wat regen is gevallen, en anders zelf wat water geven. Maar dan weer niet teveel, want je wilt geen luie planten. En als je elke dag maar een slokje water geeft krijgen de planten geen enkele behoefte om zelf op zoek te gaan naar water. En dus hoeven ze geen wortels te maken, want jij zorgt dat ze water dicht bij huis krijgen. En eigenlijk wil je dat ze na een tijdje voor zichzelf zorgen.
Dus verwen ze niet, maar verwaarloos ze ook niet. En houd ze in de gaten. Want soms moet je ze beschermen tegen de boze buitenwereld. Voor een duif niets lekkerders blijkbaar dan een jong pas gekiemd lathyrusplantje. En voor een slak niets liever dan de jongste malste hostablaadjes. Dus moet je soms je tere plantjes beschermen, met wat vliesdoek, wat kiezesteentjes, of wat je zelf dan ook kunt bedenken om hapgrage beestjes van je planten weg te houden. Bij voorkeur niet met gif, maar dat is mijn mening.
Een andere plaag is natuurlijk het onkruid. Aonkruid heeft het vermogen om heel snel te groeien en te bloeien (afhankelijk van het soort onkruid natuurlijk). In onze beschermde achtertuin is het geen probleem, daar waait niet zoveel onkruidzaad rond, maar op de volkstuin zal ik toch de zaailingen een beetje vrij moeten houden van onkruid; anders groeit het onkruid harder dan mijn zaailing en gebruikt het onkruid het voedsel, verdringt de wortels van mijn zaailing en voor je het weet heeft het onkruid haar volledig overwoekerd, uiteindelijk zal de zaailing het opgeven, duws zorg in de eerste weken dat alle voeding, lucht, licht ten goede komt aan je zaailing en niet aan verdwaalde zaadjes waar je niet op zit te wachten.
Tip 17 Laat ze los en geniet ervan
Nou, uiteindelijk kun je dan achterover gaan zitten en na die 2 maandjes van zorgen nog maanden lang genieten van je planten (of misschien wel jaren, als je vaste planten hebt gezaaid).
Erg leuk hoor, met een volle portemonnee een tuincentrum binnenstappen en lekker kiezen. Vind ik zelf ook nog steeds leuk. Maar als je eenmaal hebt geprobeerd je eigen zaden te zaaien, te zorgen en groot te brengen en ze belonen je met groei en bloei, dan is dat eigenlijk veel leuker. Want zonder jou was die mooie plant hier niet. Dus je hoort samen met je eigen planten in je eigen tuin. En wie wil dat niet!
Bron : Diana's mooie moestuin