Bladluizen
Bladluizen behoren tot de meest bekende plaaginsecten. Iedereen heeft er wel al eens mee te maken gehad want bijna elke plantensoort heeft een eigen passende bladluis. Er zijn dan ook ruim 1000 soorten bekend zoals de groene bladluis, boterbloemluis, melige koolluis, zwarte bonenluis, slaluis, perzikluis, eikenbladluis, vlierbladluis, roze luis, appelgrasluis, groene appeltakluis,... Meestal kennen we ze in de groene kleur, maar er zijn ook gele, bruine, zwarte, witte, doorzichtige,... soorten.

Het zijn kleine insecten van ± 0,5 cm lang met een steeksnuit die ze gebruiken om mee in de planten te steken en daar dan sappen uit te zuigen om zich mee te voeden. We kunnen de plantenbelagers vinden op takken, stam en zelfs op de wortels, maar meestal zitten ze verscholen aan de onderkant van de bladeren omdat ze daar het makkelijkst aan de floëemsappen kunnen zuigen.

Ook al is het klein ongedierte toch kunnen ze de cultuurgewassen behoorlijke schade toebrengen door hun enorme voortplantingsvermogen waardoor ze in een korte periode kunnen uitgroeien tot een ware plaag. Naast zuigschade waarbij de planten minder snel groeien of waarbij de groeipunten krullen en vervormen, brengen bladluizen ook virussen over zoals het mozaïekvirus. Bovendien vervuilen bladluizen de planten waarop ze leven met hun afscheidingsstoffen. Dat is een kleverig suikerhoudend product ook honingdauw genoemd waarop zich zwarte roetdauwschimmel kan ontwikkelen. Bij aantasting van die schimmel worden de bladeren zwart. Indien uw tuinmeubelen, trampoline, barbecue,... onder een boom staan waarin bladluizen zitten dan zullen die door de honingdauw kleverig aanvoelen.

Gelukkig kent de bladluis ook veel natuurlijke bestrijders zoals gaasvliegen, lieveheersbeestjes, roofwantsen, sluipwespen, oorwormen,...
Anderzijds kent de bladluis ook goede bondgenoten die hen beschermen tegen bovengenoemde natuurlijke vijanden. Mieren beschermen bladluizenkolonies en daarvoor worden ze door de bladluizen vergoed met een soort van honingdauw of zoete stof die ze afscheiden waar de mieren verzot op zijn. Indien je een boomstam of plantenstengel ziet waarlangs hele rijen mieren op en neer lopen, dan is dat wellicht omdat er op die boom of plant een bladluizenkolonie zit.

Voorkomen van bladluizen:

Hoe gezonder en sterker uw gewassen zijn, hoe minder kans dat ze door luizen zullen worden belaagd. Zorg er daarom voor dat uw planten op een geschikte standplaats staan en dat ze beschikken over een juiste dosis meststoffen. Niet te weinig en niet teveel want bij overbemesting zijn de planten eveneens gevoelig voor bladluizen.

Plaats planten tussen uw bladluisgevoelige gewassen die bladluizen niet echt graag ruiken. Geurige kruiden zoals lavendel, bonekruid, dille, salie, hysop, uien en knoflook zijn ideale tussenbeplantingen om bladluis te weren.
 

Bladluizen bestrijden met water of met plantenaftreksels:

Indien de bladluizenaantasting zich maar op enkele planten bevindt, kun je ze er nog vrij makkelijk afspuiten met een harde waterstraal. Daarbij spuit je best langs de onderkant van de bladeren. Bij potplanten mag je de planten zelfs eens goed onderdompelen in een emmer met lauw water of onder de kraan of douche sproei je ze met honderden tegelijk van de plant af.

Iets sterker dan gewoon water zijn de vele soorten plantenaftreksels of gier.
Zo is zelfgemaakte gier van brandnetels, tabak, rabarber, uien, knoflook of aardappelschillen vrij doeltreffend indien je die om de paar dagen kan herhalen.
Om gier te maken pluk je een halve emmer brandnetels en vult die daarna op met water. Laat de emmer enkele dagen staan op een plaats waar je zelf niet teveel moet vertoeven want het kan stinken. Daarna zeef je de netelresten eruit en ga je de bekomen vloeistof tien keer aanlengen met water vooraleer te gebruiken.

Voor een plantenaftreksel met look of uien: snij 1 kg look/uien in stukjes en laat die gedurende een half uur in een liter water staan. Als je daarmee dan de aangetaste planten giet zullen de bladluizen dit niet waarderen.

Met tabak kun je ook een gier aanmaken die de luizen zal doden, maar je kunt ook de tabaksrook gebruiken om bladluizen te verdelgen. In geval de bladluizen op een kamerplant zitten, plaats je die in een grote emmer of kuip die je kunt afsluiten met een deksel. Blaas een flinke portie sigaretterook in de emmer en doe er het deksel op. Laat de plant een dik uur in de emmer en daarna zal je merken dat de meeste bladluizen de pijp aan Maarten hebben gegeven. Indien er toch nog in leven zijn kun je de behandeling nogmaals herhalen.

Bestrijding van bladluizen met natuurlijke belagers:

De meeste gevreesde natuurlijke vijand van de bladluis is het lieveheersbeestje. De larven van een lieveheersbeestje eet gedurende zijn ontwikkeling tot aan het verpoppingsstadium ± 400 bladluizen. Een volwassen lieveheersbeestje kan tijdens haar verdere leven nog eens ruim 5000 bladluizen verorberen.

Dit lelijke eendje zal later uitgroeien tot een prachtig lieveheersbeestje.
In mei zijn ze massaal in de tuinen aanwezig en dagelijks verorberen ze er massa's bladluizen

Zorg ervoor dat de lieveheersbeestjes het naar hun zin hebben in uw tuin en voorzie lieveheersbeestkastjes. Deze kastjes zijn zo ontworpen dat lieveheersbeestjes hier gemakkelijk toegang tot hebben. Tevens worden veel concurrenten en roofdiertjes van het lieveheersbeestje buiten gehouden.

Om het de biologische bladluizenbestrijders van het lieveheersbeestkastje helemaal naar hun zin te maken, is het raadzaam enkele losse bladeren of rolletjes golfkarton in het huisje te stoppen.

Voor de biologische bestrijding van o.a. bladluizen zijn oorwormen goed te gebruiken. De oorworm voedt zich niet alleen met bladluizen maar daarnaast ook nog eens met mijten, larven en eieren van insecten (appelmade/fruitmot), kommaschildluizen, kleine rupsjes en andere parasieten. Ook eten ze plantaardig voedsel zoals algen. De oorworm is een uitermate nuttig insect voor het onder controle houden van bladluisplagen.

Hang een met stro gevulde bloempot omhoog op de plaatsen waar de oorwormen 's nachts de bladluizen kunnen vinden.

Andere natuurlijke vijanden van bladluizen die zich ermee voeden zijn o.a. gaasvliegen, galmuglarven en sluipwespen. Daarnaast zijn er ook nog de meesjes en andere insectenetende tuinvogels die de bladluizen mee helpen op te ruimen.