Het maken van een rumtopf
Het heeft tijd nodig, maar aan het eind van het jaar kan je van de smaak van de voorbije zomer genieten.
Er wordt weleens gezegd dat de bereiding van deze alcoholische heerlijkheid een hele zomer in beslag neemt; net zolang als moeder natuur de vruchten laat rijpen. Want hoewel niet echt nodig, zou grootmoeder in haar tijd vast en zeker met de eerste vruchten van het seizoen, meestal aardbeien, het begin van de rumtopf hebben gevormd om vervolgens regelmatig nieuwe vruchten van het seizoen aan te vullen. Vandaag de dag kunnen wij tot laat in de herfst ook van de ′zomer′vruchten gebruik maken.
Voor het maken van een ouderwetse rumtopf heb je allereerst een glazen pot met een wijde hals met een inhoud van minstens 3 liter nodig. Maak deze eerst goed schoon, bijvoorbeeld met sodawater en spoel grondig na met heet water. Laat hem vervolgens op een schone doek omgekeerd uitlekken. De pot wordt gevuld met verse vruchten van het seizoen, met suiker en bruine rum. Doe steeds gelijke hoeveelheden vruchten en suiker in de pot. Dus aan 500 gr. aardbeien wordt 500 gr. suiker toegevoegd. Voeg steeds zoveel rum toe dat de vruchten 2 centimeter onder staan. Laat de rumtopf in ieder geval 6 weken op een koele plaats staan zodat de inhoud de tijd krijgt om op smaak te komen. Langer bewaren kan ook.
Geschikte vruchten zijn: aardbeien, frambozen, bessen, kersen, appels, peren, perziken, mango′s, ananas, mandarijnen, sinasappels, pruimen, kiwi′s, cranberry′s, druiven, lychees. Minder geschikt zijn bananen, die in de rum wel erg zacht worden. Kies rijpe en gave vruchten maar geen overrijpe want die beïnvloeden de houdbaarheid van de pot. Verwijder zoveel mogelijk de pitten. Alle vruchten worden schoongemaakt, geschild of ontveld en zo nodig in stukjes gesneden. Bij elke nieuwe laag vruchten wordt de pot dus aangevuld met suiker en rum. Sluit de pot steeds goed af. In plaats van een glazen pot zijn er in de betere huishoudzaken ook speciale aardewerkpotten met deksel verkrijgbaar.